Bouwjaar: | 1940 |
Werf: | Rotterdamsche Droogdok Mij, Rotterdam, Nederland |
Type: | Tanker |
Werfnummer: | 220 |
Tonnage: | 15.597 Dwt |
Afmetingen: | 156,76 x 21,33 mtr |
Diepgang | 8,65 mtr |
Snelheid: | 12 mijl-uur |
Voortstuwing: | Stork-Hesselman 8 cil. 4 tew dieselmotor, 3.700 PK |
Zusterschip: Pendrecht (2)
Tewaterlating van de Papendrecht op 10 april 1940 bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij.
Na de capitulatie van Nederland, in mei 1940, werd het afbouwwerk aan het schip stilgelegd. De Duitse bezetters gaven echter opdracht het schip verder af te bouwen.
Op 9 december 1940 als Lothringen opgeleverd en op 6 maart 1941 onder Duitse vlag vertrokken uit Rotterdam.
Lothringen
De Lothringen deed onder andere dienst als bevoorrading schip voor de Duitse kruisers Bismarck en Prinz Eugen tijdens hun raids op de Atlantische Oceaan. Op 15 juni 1941, ongeveer 750 mijl noordwest van de Kaap Verdische eilanden, ontdekt door vliegtuigen van de HMS. Eagle en door de kruiser HMS. Dunedin opgebracht en prijs verklaard.
Lothringen wordt opgebracht door HMS. Dunedin
Van 1941 tot 1946 in de vaart als Empire Salvage voor de Royal Navy.
Op 16 mei 1946 in Bombay aan Phs. van Ommeren NV teruggegeven en bij de RDM hersteld. Om te voldoen aan de strengere veiligheidsregels werd een extra sloependek in de midscheeps aangebracht. Vanaf 2 augustus 1946 weer in de vaart gebracht onder de naam Papendrecht.
Papendrecht
Van april 1963 tot november 1963 in Beira in gebruik geweest als opslagschip voor melasse. In 1964 gesloopt in Shimotsu, Japan.
Papendrecht (1) | Papendrecht (3) |
Meer foto’s op pagina 2